Systeemtherapie, yes please!

Gepubliceerd op 12 juni 2025 om 22:02

Ik ben zó vaak iemand anders geweest dat ik nu niet meer weet wie er nog over is..

Soms denk ik dat ik per ongeluk auditie heb gedaan voor een musical.
Niet omdat ik drama zoek (oké… soms een beetje), maar omdat ik zóveel typetjes heb gespeeld in mijn leven dat ik serieus af en toe vergeet welke rol nou van mij is.

De observator in groepen.
De vrolijke sfeermaker op feestjes.
De zorgzame pleaser bij familie.
De luchtige grapjas op werk.
De onafhankelijke ‘ik doe het allemaal zelf wel’-vrouw in relaties.

Allemaal versies van mezelf die ooit best functioneel waren.
Alleen… ik bleef ze spelen. Ook toen ik ze niet meer was.

Hoe dat begint? Simpel.

Misschien was jij vroeger het kind dat dacht: als ik maar lief ben, dan blijft het rustig thuis.
Of de puber die leerde dat je beter kon lachen dan huilen, want dan had niemand er last van.
Of de jongvolwassene die zich aanpaste in vriendschappen, want hé: liever erbij horen dan jezelf zijn en verlaten worden.

En voordat je het weet, heb je een verzameling ‘ikjes’ opgebouwd. Rollen, maskers, modi.
Je schakelt ze razendsnel in, zonder dat iemand het merkt.
Sterker nog: anderen zien het als een kwaliteit.
“Jij voelt mensen zo goed aan!”
“Jij bent altijd zo vrolijk!”
“Jij redt je altijd wel, hè?”

En jij denkt: ja, klopt. Maar ondertussen voel je het knellen.
Omdat je het contact met jezelf bent kwijtgeraakt. 

Systeemtherapie again, yes please.

Want precies dit is dus waar systeemtherapie bij helpt.
Niet omdat je ‘stuk’ bent, maar omdat je al te lang in standje overleven zit.
Het is geen therapie waarbij je met je moeder of vader aan een tafel moet zitten (tenzij je dat natuurlijk zelf wil. In dat geval: succes!).
Het is wél een manier om te snappen:

  • Waarom je doet wat je doet
  • Van wie je dat ooit hebt geleerd
  • En of het je nog helpt of je stiekem uitput

Ik kwam er bijvoorbeeld achter dat mijn ''ik doe het zelf wel''-houding vroeger een noodzaak was. Of zoals mijn naasten zeggen: ''Daniekje zelf doen''. 
Als ik het zelf deed, wist ik zeker dat het goed kwam. Dan had ik controle en kon ik alleen mezelf kwetsen.
Maar nu? Nu zorgt het ervoor dat ik (bijna) alles alleen blijf doen. Zelfs als ik hulp nodig heb.
Enorm vermoeiend. En totaal niet nodig.

Ik ben niet alleen moe. Ik ben over-vol.

Vol met versies van mezelf. Vol met verwachtingen. Vol met rollen waar ik nu gewoon geen zin meer in heb.
Maar afleren is ingewikkelder dan aanleren.
Want als je jezelf al zo lang beschermt met typetjes, voelt afpellen eng.
Kwetsbaar. Naakt, bijna.

Maar weet je? Dat afpellen is precies waar ruimte ontstaat.
Voor rust. Voor zachtheid. Voor de versie van jou die niet hoeft te pleasen, te grappen of te dragen.

Dus waarom ik dit vertel?

Omdat jij misschien ook een hele verzameling rollen hebt.
En misschien denk je: maar zonder die rollen, wie ben ik dan nog?
En ja, dat is de vraag waar het begint.
Niet omdat je geen identiteit hebt, maar omdat je hem verdomd goed hebt verstopt.

 

Dus hier ben ik weer. Met een hele rits typetjes op de achterbank en eindelijk de moed om even niks te ‘moeten zijn’.
Niet perfect. Wel echt. En dat echt zijn, dat betekent ook: durven voelen. En laat dát nou precies zijn waar ik het vaakst voor wil weglopen.